25 Engelse woorden met Nederlandse afkomst
Tags: Cultuur, Dunglish - steenkolenengels, Engelse woorden(lijsten)
Engelse woorden die uit het Nederlands afstammen
In het Nederlands hebben we veel Engelse woorden die we dagelijks gebruiken of horen.
Maar er zijn in het Engels ook veel woorden die uit het Nederlands komen. We geven je de geschiedenis en laten je zien hoe deze woorden in het Engels terecht zijn gekomen.
Wist je dat de Engelse- en Nederlandse taal veel met elkaar overeenkomen?
De relatie tussen ‘Britain’ and ‘the Netherlands’ is er al sinds de 17e eeuw.
Hoewel, relatie….het ging toen om conflicten die op zee werden uitgevochten maar toch…
Zo zijn het Engels en Nederlands (en nog enkele andere talen) Germaanse talen en hebben overeenkomsten. Ook het Duits is een Germaanse taal.
Een simpel voorbeeld: Vergelijk het Nederlandse ik geef, ik gaf met het Duitse ich gebe, ich gab of het Engelse I give, I gave. Zie je de overeenkomsten. Daarom verstaan we al snel een andere taal zonder deze echt goed te kunnen spreken.
Hoe komen Nederlandse woorden in de Engelse taal?
Volgens de Oxford English Dictionary, komen we op ongeveer 1500 Nederlandse leenwoorden. Een deel daarvan wordt nog maar beperkt gebruikt. Bekijk de uitgebreide opsomming van Nederlandse woorden in het Engels.
In 1939 heeft J. Bense een boek gepubliceerd waarin hij 5000 woorden beschrijft!
In de periode voor 1800 was de invloed van de Nederlandse invloed op het Engels het grootst. De eerste woorden zien we al in de twaalfde eeuw. Waarbij het slechts om enkele woorden gaat. Toch zijn het woorden die nog dagelijks woorden gebruikt zoals: dijk, polder en inpolderen.
Maar zoals gezegd zijn de meeste Nederlandse in het Engels opgenomen in de zestiende en zeventiende eeuw.
Zo zijn er woorden ontstaan in de oorlog:
be- leaguer /‘belegeren’,
furlough /verlof ),
hireling /huurling,
knapsack /knapzak,
lifeguard /lijf- garde,
onslaught/‘aanslag,
plunder /plunderen,
undermine /ondermijnen’)
uproar /oproer.
Ook de Nederlandse schilderkunst van de 17e eeuw heeft veel sporen in de Engelse taal nagelaten.
Woorden zoals:
easel /ezel,
etch /etsen,
foreground /voorgrond,
landscape /landschap,
masterpiece /meesterstuk ,
still life /stil- leven.
* bron: Nicoline van der Sijs Etymologica
Wist je dit trouwens?
We kennen in het Engels ook gezegden die met de Nederlanders te maken hebben.
‘Double Dutch’, ‘a Duth barn’, ‘Dutch courage’ en vele meer.
Dit zijn de bekendste Engelse uitdrukkingen uit het Nederlands.
Maar niet alleen in Engeland vinden we Nederlandse leenwoorden. De Nederlanders waren een van de eerste uit Europa, die zich vestigde in Amerika.
Denk maar aan; Brooklyn (Breukelen), Harlem (Haarlem) en nog vele andere plaatsnamen.
Zo zijn er 4.6 miljoen Amerikanen van Nederlandse afkomst. Zo heeft het Engels een steeds grotere betekenis in onze eigen taal. Lees hier meer over die invloed.
25 Engelse woorden die uit het Nederlands afstammen:
- Boss
Oorspronkelijk ontstaan vanuit Amerika bij het begin van de 19e eeuw. Nederlanders hadden het daar over de ‘baas’. Daarna gebruikt in Engeland waar het werd gezien als ‘slang’ gebruikt door werklui. Vooral in de haven werd veel Nederlands en Engels gemixt. - Landscape
Dit komt van het Nederlandse woord ‘landschap’. - Pump
Dit is de ‘vertaling’ voor het woord ‘pomp’. - Roster
Hier zie je het Nederlandse woord ‘rooster’ in. Ook wel ‘schedule’ of ‘timetable ’genoemd. - Snooping
Nu betekent dit in het Engels, ‘bespioneren’. Oorspronkelijk betekende dit woord: het stelen van snoep en het dan stiekem ergens ‘opsnoepen’. - Yacht
Vele woorden komen uit de tijd dat Nederland een zeevarende natie was. Zo ook het woord ‘Yacht’, wat komt van het Nederlandse woord ‘jaghte’, een niet zo groot schip. ‘Jaghte’ kwam weer van ‘Jaghtschipp’ een snel piratenschip. - Keelhauling
Ook weer uit de scheepvaart, ‘kielhalen’. Een bezigheid die door de Nederlanders vaak werd toegepast. Het onder het schip doorhalen van tegenstanders. - Cross
Weer vanuit de 17e eeuw, het Nederlandse woord ‘kruisen’. Hiermee werd de korte afstand tussen Nederland en Engeland bedoeld. Een variant daarop is het Engelse woord ‘cruise’; het ‘kruisen‘ van het water. - Skipper
Van het Nederlandse woord ‘scipper’(nu schipper) - Cookie
Van het Nederlandse ‘koekje’. Vooral de Amerikanen gebruiken dit. Voor het eerst gebruikt in 1750 in Schotland. De Britten hebben het over een ‘biscuit’, wat weer van het Nederlandse woord ‘beschuit’ afkomt. - Vacation
Wordt in America gebruikt en het komt van het Nederlandse woord ‘vakantie’. De Britten zeggen meestal ‘holiday’. - Frolic
Betekent: ‘happy’ of ‘cheerful’ en komt van het Nederlandse woord ‘vrolijk’. - Spook
Alhoewel anders uitgesproken in het Engels (fonetisch: spoek) betekent het in beide talen ‘spook’. Een geest of schrikaanjagend gestalte.
Niet alles komt uit de scheepvaart:
- Coleslaw
De Engelse versie van het Nederlandse woord ‘koolsla’. Een salade van ‘cabbage’; kool. - Waffle
In het Nederlands anders gespeld maar hiermee wordt de ‘wafel ’bedoeld. - Wagon
Vanuit het Nederlandse ‘wagen’. Later vooral gebruikt om de ‘wagon’ van een trein mee aan te duiden. (Amerikaans Engels). In British English is het ‘carriage’. - Onslaught
Vanuit de vroegere veldslagen. Oorspronkelijk een militaire term en refererend aan het woord ‘aanslag’. - Brandy
Komt weer vanuit de 17e eeuw en is de ‘vertaling’ van het woord ‘brandewijn’. De ‘brandewijn’ had een laag alcohol percentage en om dit op de krikken werd de brandewijn verhit over een vuur. - Booze
Van het Oud Nederlandse woord ‘busen’. Het werd gebruikt als iemand te veel had gedronken. - Dike
Van het woord ‘dijk’: (dit is een weggevertje) - Luck
Oorspronkelijk van het oud Nederlandse woord ‘luc’, een verkorte versie van ‘gheluc’. - Decoy
Van het Nederlandse woord ‘de kooi’. De kooi werd gebruikt langs een lijn met netten om wild aan te trekken en om te leiden naar de kooi. Decoy staat voor lokken, afleiden, aantrekken. - Geek
Van het woord ‘geck’, (gek). ‘Fool’ in het Engels. - Santa Claus
De Amerikaanse naam voor de Kerstman maar oorspronkelijk vertaald vanuit het Nederlandse ‘Sinterklaas’. (Amerikaans Engels). In British English is het vooral ‘Father Christmas’.
Ook leuk om te weten: voor een Engelsman schijnt de makkelijkste taal om te leren het ‘Fries’ te zijn.
In het Nederlands zijn er natuurlijk ook veel Engelse woorden die we gebruiken. Lees meer over de verEngelsing van het Nederlands.
Het Engels wordt ook veel op de werkplek gebruikt. Soms tot in het absurde. We hebben enkele mooie voorbeelden van kantoorEngels waar je tenen krom van gaan staan. Gebruiken jullie ze ook op kantoor?
Natuurlijk is deze lijst nog verder aan te vullen
- Misschien is het daarom dat Nederlanders zo’n affiniteit met het Engels hebben. Misschien is het ook daarom dat er vaak Nederlands en Engels worden gemixt. Zo is het Dunglish ontstaan.
Hier lees je de geschiedenis van het Dunglish
- Zo zijn er ook nog Nederlandse woorden die volledig in het Engels zijn geaccepteerd en ook zo worden gebruikt. Wat dacht je van ‘apartheid’ en ‘the polder model’.
Lees ook: 72 Engelse woorden die je iedere dag wel een keer hoort.
- Ook in het Engels, net als in het Nederlands, verschijnen regelmatig nieuwe woorden. Woorden die bijvoorbeeld vooral onder invloed van social media, door iedereen geaccepteerd worden.
Op deze pagina vind je een overzicht van nieuwe woorden in het Engels.
Hartstikke mooi als je dit artikel wilt delen met anderen, dat kan hieronder. Bedankt.
Sterker nog: Alle Engelse woorden komen uit het Nederlands. Behalve de Franse invloeden. Je moet vaak even zoeken maar dan heb je m. Warmoesstraat… In die straat heb je nu nog een bordje met in de WAR. Met spaghetti in de war.. Confused entangled. Door elkaar. Net als en verWARd iemand of oorlog…bicycle bi is twee en cycle is cirkel….twee ronde wielen.. etcetera.
Dat is een hele verfrissende kijk op de invloed van de Engelse woorden, bedankt.