12 Engelse taaltips – Fouten die native speakers ook maken
Tags: Business English, Engelse grammatica, Gesprekken voeren, Engelse gesprekstechnieken
We geven je in dit artikel Engelse taaltips voor gevorderden.
Deze Engelse taalfouten worden zelfs door native speakers gemaakt.
Engelse taaltips. In het Engels zijn er woorden die op het eerste gezicht hetzelfde betekenen.
De schrijfwijze is echter net iets anders en daarmee ook de betekenis. Bekijk de verschillen tussen de Engelse woorden.
Vaak gaat het om kleine verschillen en daarom worden deze Engelse woorden regelmatig verkeerd gebruikt.
Ja, Engels kan soms grappige woordspelingen opleveren.
We lopen ze een voor een door, laten je het verschil zien en wanneer je ze toepast.
Engelse taaltips nr. 1: âi.e.â of âe.g.â
Het zijn twee afkortingen die je in het Engels vaak tegenkomt. Ze geven allebei iets aan over wat vooraf gebeurd is.
Beide afkortingen komen uit het Latijn.
i.e. staat voor:
id est, wat betekent: âdat isâ of âdat wil zeggenâ
e.g. staat voor:
exempli gratia, wat betekent: âals voorbeeldâ (bijvoorbeeld)
Voorbeeldzinnen i.e:
Only one city, i.e., London, has hosted the Summer Olympics three times.
Every genetics student learns the two basic methodologies in the field, i.e., forward genetics and reverse genetics.
Voorbeeldzinnen e.g:
The tournament has a variety of different sports (e.g., tennis, basketball, and soccer).
They sell many different brands in that shop e.g., HP, Acer, Dell, Asus and Lenovo.
TIP:
Na het gebruik vani.e. en e.g. volgt vaak een komma.e.g. is makkelijk te onthouden als je denkt aan: egg sample (voorbeeld)
Voor meer informatie kijk je hier.
Engelse taaltips nr. 2: âevery dayâ of âeverydayâ
Wat maakt die kleine ruimte na uit zou je denken. Hoewel ze aan elkaar verwant zijn is er toch een verschil.
Every day betekent:
Iedere dag, elke dag
Everyday betekent:
Gewoonlijk, dagelijks, normaal gesproken
Voorbeelden every day:
He takes the bus to work every day.
I have a shower every day.
She talks to her mother on the phone, every day.
I play my piano every day.
Voorbeelden everyday:
These are my everyday jeans. I wear them when I work in the garden.
This is a great everyday bike. You donât need to worry about it getting scratched.
Everyday things make me happy, like my cappuccino in the morning.
Not having a supermarket is part of everyday life in this village.
Tip:
Als je het niet zeker weet, kijk dan of je every day/everyday kunt vervangen door each day.
Als dat kan dan is het every day, twee woorden. (each day I have a shower)
Engelse taaltips nr. 3: âeveryoneâ of âevery oneâ
Ook deze woorden lijken op elkaar maar de schrijfwijze is anders. Waarom? Ze betekenen net even iets anders.
Everyone: (onbepaald voornaamwoord)
Betekenis: iedereen, iedere persoon. Het gaat hierbij om alle personen/deelnemers in 1 groep.
(de groep als 1 geheel dus)
Every one:
Is een combinatie van every (iedere of elke) en one (slechts 1).
Het gaat hierbij om alle individuele personen/deelnemers in een groep.
Voorbeelden everyone:
Everyone in our group tried to do his best.
Everyone was looking at her.
That evening everyone met in town for the party.
Everyone was right about Steward.
Voorbeelden every one:
Every one of you has contributed to our success.
Youâve ignored every one of the companies rules.
Every one of those ideas is potentially valuable.
Every one of those men fought for their lives.
Uitvoerige informatie over dit onderwerp.
Engelse taaltip nr 4: âacceptâ of âexceptâ
Ken jij het verschil? Ook deze woorden lijken op elkaar maar ze betekenen net weer iets anders.
Accept:
Betekenis: âaanvaarden / âaccepterenâ. Makkelijk om te onthouden want in het Engelse woord zit ons Nederlandse woord âaccepterenâ.
Except:
Betekenis: âuitgezonderdâ / âbehalveâ. Ezelsbruggetje: in het woord zit een âxâ. Je gebruikt dit symbool vaak als iets niet klopt.
Voorbeelden accept:
We accept different credit cards.
She needs to accept the idea that another job is the best option.
You need to accept responsibility for your actions.
He accepted the gift.
Voorbeelden except:
Except for John, we all went to the concert.
I like the different colours, except that blue one.
Listen, I can go to the party anytime except on Friday.
I love all sorts of food, except Mexican.
Bekijk ook deze video met meer uitleg.
Engelse taaltips nr. 5: âsendâ of âsentâ
Het zijn beide werkwoorden die voor hetzelfde woorden gebruikt alleen in een verschillende grammaticale tijd.
Send:
âSendâ wordt gebruikt als het hele werkwoord Ăłf het wordt gebruikt in de tegenwoordige tijd, of in de (nabije) toekomst.
Sent:
Sent wordt gebruikt als het Ăłf de onvoltooid verleden tijd is Ăłf wanneer het wordt gebruikt als voltooid deelwoord. Vaak staat er in de zin een hulpwerkwoord (have of be). Het word dus gebruikt in de verleden tijd.
Voorbeelden send:
Please send the email now.
You should send your dog to a training class.
Send my best wishes to your sister.
I will send you all the information you need.
Voorbeelden sent:
I have already sent the money. (verleden tijd)
The order was sent to her the previous day.
What happened to the report I sent you?
I sent him the card as promised.
Source: www.grammarcheck.net
Engelse taaltip nr. 6: âlieâ of âlayâ
Deze woorden zorgen voor veel verwarring omdat âlieâ en âlayâ twee verschillende dingen kunnen betekenen. In het Nederlands hebben we eigenlijk hetzelfde met âliggenâ en âleggenâ.
Lie:
âLieâ is een werkwoord dat âliegenâ betekent.
Maar âlieâ is ook een werkwoord dat âliggenâ betekent.
Lay:
âLayâ is een werkwoord dat âleggenâ betekent.
Let op want âlayâ is ook de verleden tijd van âlieâ. Zorg er dus voor dat je de juiste grammaticale tijd gebruikt.
Voorbeelden lie:
If you donât feel well, youâd better lie down.
My dog always lies on this mat.
Peter lies about everything.
I love to lie in the garden and just read.
Voorbeelden lay:
He lay the papers on the desk.
I felt sick, so I lay down.
The security guard told him to lay the knife on the ground.
I lay on my sunbed and watched a plane fly overhead.
Nog wat tips: als je moet kiezen tussen de verschillende vormen van âlayâ of âlieâ, kijk dan of er in de zin een lijdend voorwerp is waarnaar het verwijst. Is dat zo is, gebruik dan een vorm van âleugenâ / âliegenâ. Nog een tip om te onthouden: âlayâ wordt meestal gevolgd wordt door een zelfstandig naamwoord.
Kijk ook hier met nog meer informatie.
Engelse taaltips nr. 7: âofâ of âoffâ
Deze woorden zijn beiden voorzetsels. In de uitspraak hoor je ook geen enkel verschil.
(behalve als een native speaker het uitspreekt).Let op spreek het niet uit als het Nederlandse âofâ.
Dat maakt het lastig.
Best wel moeilijk om in de uitspraak het verschil te horen? Bekijk dan deze video
Of:
Dit betekent:hetzelfde als âvanâ, âbestaande uitâ.
Off:
Dit betekent: hetzelfde als âuitâ.
Voorbeelden of:
A cup of coffee.
To the west of Amsterdam.
A part of the laptop is broken.
She has a heart of gold.
Voorbeelden off:
Turn it on or turn it off.
Please, take it off the table.
Will you tell her to stop showing off.
Can you turn off the tv?
Dit zijn nog meer voorbeelden met of and off.
Engelse taaltips nr. 8: âlearnâ of âteachâ
In het Nederlands heeft het begrip âlerenâ maar 1 betekenis. Jij leert een nieuwe taal of je gaat op een cursus en de trainer leert je hoe je bijvoorbeeld de Engelse grammatica toepast. In het Engels hebben we daar twee begrippen voor en dat zorgt soms voor verwarring.
Learn:
Dit betekent: iets leren via een cursus, uitleg krijgen van een trainer,aanleren van nieuwe vaardigheden.
Teach:
Dit betekent: het geven van instructies, lesgeven door een docent, onderwijs geven. Het wordt dus niet door jou maar door een trainer gedaan.
Voorbeelden learn:
John wants to learn how to speak English.
I would like to learn a new language.
She never learns her lessons.
He will learn one day that you have to make an effort to learn a new language.
Voorbeelden teach:
Can you teach me English grammar?
Weâll teach you to do it the right way.
I thought it a good opportunity to teach her the most important words.
That is very nice, youâll have to teach me that magic trick too.
Wil je precies weten hoe je het toepast en gelijk testen of je het begrijpt kijk dan ook op deze site.
Engelse taaltip nr. 9: âloseâ of âlooseâ
Ook deze lijken veel op elkaar en ook in uitspraak hoor je maar nauwelijks verschil. Toch hebben zijn er grote verschillen.
Lose:
âLoseâ is een werkwoord en het betekent: verliezen.
Loose:
Maar âlooseâ is een bijvoeglijk naamwoord en het betekent: los.
Voorbeelden lose:
Iâm sure weâre going to lose the game.
Put your keys away to make sure you donât lose them.
He will lose a lot of money with these bitcoins.
I want to lose a bit of weight after the holiday.
Voorbeelden loose:
If these shoes are too loose on your feet, they wonât be comfortable.
In summer a lot of people wear loose clothes.
The rules about the travel regulations are pretty loose.
His tooth was loose.
En een combinatie van beide woorden:
The clasp on my necklace is loose and Iâm worried Iâm going to lose it.
When you lose a lot of weight, your clothes become loose.
Engelse taaltip nr. 10: âall togetherâ of âalltogetherâ
Waar zit hier nu het verschil in? Er zijn wel degelijk verschillen hoewel je ze op dezelfde manier uitspreekt.
All together:
All together is een combinatie van twee Engelse woorden. De betekenis: allemaal samen (betekent âmet elkaarâ), in een groep.
Alltogether:
Altogether is een bijwoord met de betekenis: helemaal, volledig, totaal. Het kan ook gebruikt worden in de betekenis: alles bij elkaar (in de beschouwende vorm).
Voorbeelden all together:
Put your dirty clothes all together in one pile and Iâll wash them for you.
Good evening, welcome in our restaurant. Are you all together?
Mick Jagger called out to the audience, âAll together now, repeat after me!â
The boys were happy when the trainer put them all together in the same team.
Voorbeelden alltogether:
We took an altogether new approach to the problem.
Altogether, I would say it was a very successful day.
We stopped going to the park altogether when it started raining.
There should be 50 parts in the box altogether.
Engelse taaltip nr. 11: âlife of ââliveâ
Een letter verschil maar een compleet andere betekenis. Woorden die vaak worden gebruikt maar ook door elkaar gehaald.
Life:
âLifeâ is een zelfstandig naamwoord met de betekenis: âhet levenâ. Dat kan om een menselijk/ dierlijk leven gaan maar ook worden gebruikt als uitdrukking. Het meervoud van âlifeâ is âlivesâ en dat lijkt dan weer erg op het woord hieronder.
Live:
Het woord âliveâ is een typisch leenwoord uit het Engels. We gebruiken het alsof het een Nederlands woord betreft. Het is een bijvoeglijk naamwoord of bijwoord met de betekenis: âiets meemaken op dat ogenblik via een rechtstreekse verbindingâ. De verbinding kan offline of online zijn.
Voorbeelden life:
My 50th birthday was one of the best days of my life.
Life in the USA is amazing.
I read a book about the life of King Arthur.
His words really inspired her life.
Voorbeelden live:
We saw the live coverage of the football match.
Is that a live wire? (staat er stroom op deze kabel)
Great to see whatâs happening in this live stream.
A live concert is a lot nicer.
Pas op:
Verwar âliveâ het niet met het werkwoord âlive / livingâ (I live in Rotterdam)
Het woord âlifeâ ( als zelfstandig naamwoord). Uitspraak: âlaifâ.
Het woord âlifeâ kan ook nog een âbeschrijving van het leven/ het verhaal van ..â betekenen.
âThe life of Steve Jobsâ.
Engelse taaltips nr. 12: âexitingâ of âexcitingâ
Slechts 1 letter verschil maar twee woorden met een compleet andere betekenis. Woorden die regelmatig worden gebruikt in de Engelse taal maar ook vaak door elkaar gehaald worden.
Exiting:
âExitingâ is de gerund (het werkwoord waarbij je âingâ erachter zet, âexitâ + âingâ).
Betekenis: âverlatenâ, âvetrekken vanâ, âuittredenâ.
Exciting:
Exciting is de gerund van het woord âexciteâ.
Betekenis: âopgewondenâ âopwekkenâ, âstimulerenâ.
Dit zijn dus werkwoorden maar het kan ook als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt.
Daarbij gaat het vaak om iets âuitdagends, âstimulerendsâ, âprikkelendsâ of âspannendâ.
Voorbeelden exiting:
Please start exiting this building in an orderly fashion.
On exiting the motorway, turn left and follow the road to the car park.
Leave the building by exiting via this hallway .
Watch out! When exiting the water, slippery surface.
Voorbeelden exciting:
Itâs exciting to go on holiday to Spain.
A new and exciting job lay ahead of her.
These, to me, are the most exciting companies to do business with.
It was both relaxing and exciting.
Hopelijk hebben deze Engelse taaltips je geholpen om de vaak kleine verschillen te onderscheiden.
Zo weet je nu wat de juiste versie is wanneer je ze gaat gebruiken.
Wil je nog meer voorbeelden? Bekijk dan deze Engelse site.
Om het makkelijk voor je te maken hebben we ook een groot aantal Engelse woorden die moeilijk lijken maar waar vaak een veel eenvoudiger woord voor is.
Voorkom ook deze meest gemaakte fouten in het Engels
of lees wat je in ieder geval over Engelse grammatica moet weten.
En bekijk vooral deze vaak verwarde woorden in het Engels.
Want wanneer gebruik je nou than and then? See, look, watch? Much and many?
We laten je vele voorbeelden zien.
Help ook anderen door het artikel hieronder te delen. Bedankt.