De 4 meest gemaakte fouten in het Engels
Tags: Business English, Engelse grammatica, Engelse woorden(lijsten), Gesprekken voeren, Engelse gesprekstechnieken, Zakelijk communiceren in het Engels
Voorkom de 4 meest gemaakte fouten in het Engels
Meest gemaakte fouten in het Engels: Nederlanders worden altijd geroemd om hun goede kennis van het Engels. Daarom zijn ze er zich niet van bewust dat bepaalde fouten er echt ingebakken zitten.
Als dan gevraagd wordt waarom ze zo goed Engels spreken zeggen ze:
‘I speak English so good because I had English from when I was a little person’. ‘So I had English since many years’. ‘I also look at a lot of English and American programmes on the television’. ‘Therefore I speak it so good’.
Zinnen boordevol fouten en we hebben het vaak niet eens in de gaten. Vaak worden de fouten gemaakt in de Engelse ‘ING’ vorm. Daarover later meer.
Zou het niet geweldig zijn als je deze 4 meest gemaakte fouten in het Engels niet meer maakt?
We gaan je de 4 meest gemaakte fouten in het Engels laten zien maar vergeet ook niet ons artikel te lezen waarin we je 60 voorbeelden laten zien van fouten die veel worden gemaakt in het Engels.
Fouten in het Engels, maken we die dan?
Nederlanders komen heel zelfverzekerd over wanneer het spreken in het Engels betreft. Men heeft het al zeer jong op school geleerd en gaat ervan uit dat de kennis aanwezig is. Ook door het aanbod op televisie, social media en door gaming wordt er aardig wat Engels ‘opgepakt’.
Ook krijgt het Engels steeds meer invloed op onze taal.
Maar doordat het vaak typisch Nederlandse fouten zijn en je ze overal hoort, zijn vele fouten er automatisch in geslopen. Omdat zo veel Nederlanders dezelfde fouten in het Engels maken valt het ook bij andere niet meer op. Behalve bij die echt Engels sprekende persoon: de native speaker. Hoe je het beste met een native speaker omgaat.
Ook worden Nederlandse uitdrukkingen vaak rechtstreeks in het Engels vertaald. Dat geeft vaak hele komische maar ook bedenkelijke vertalingen. Doe de test om te zien of jij bekend met Engelse uitdrukkingen die een native speaker gebruikt.
En … mischien ben je wel iemand die altijd een reden heeft om zijn Engels niet te verbeteren.
Herken je deze 13 uitvluchten?
Meest gemaakte fouten in het Engels: foute Engelse zinnen en zinsconstructies
We gaan jullie later voorbeelden geven van foute zinnen woorden en aparte zinsconstructies.
- Men gaat vaak al de mist in bij de eerste ontmoeting wanneer men vraagt:
‘How do you do?’ en jij als antwoord geeft: ‘I do fine’.
Als een Engelsman dit vraagt is dit hetzelfde als wij ‘aangenaam kennis te maken‘ zeggen.
Men verwacht dus niet echt een antwoord op de vraag. Als antwoord geef je dan: ‘How do you do’? / ‘Pleased to meet you’.
- Vervolgens denk je dat je vraagt naar iemand zijn baan en je zegt: ‘What do you do for work’?
Maar je bedoelt; ‘Wat voor werk doe je? / wat is jouw baan?’ ‘What do you do? ’is dan de enige juiste vraag.
We laten je ook graag een aantal grappige vertaalfouten inhet Engels zien.
Lees hier meer over ‘een gesprek beginnen in het Engels’
- Nog een voorbeeld: je vraagt dan aan je Engelse zakenpartner: ‘Woon je al lang in Nederland’? Waarop hij antwoordt: “I have lived here for 6 years’.
Vraag dan niet ‘waar woon je nu dan?‘ Een typische fout die Nederlanders in het Engels maken. Door het ‘have lived’ wordt gedacht dat men er niet meer woont. (heb gewoond)
“With this type of sentence Dutch people think that the activity is over whereas in reality it is still going on. ‘’ I Lived’ is over and ‘I have lived’ is still continuing.“
Meest gemaakte fouten in het Engels door de ‘ING’ vorm
Nederlanders staan bekend om het foutieve gebruik van de ‘ING’ vorm. (the present continiuous)
Als een gebeurtenis ‘normaal is’ of ‘regelmatig voorkomt’, gebruik je geen werkwoorduitgang met ‘ING’. Wanneer de gebeurtenis op dit moment plaatsvindt, of maar tijdelijk is, moet je de ‘ING’ vorm wel gebruiken
Bijvoorbeeld: ‘I’m cycling home’.(nu) ‘You’re reading this article’.(nu) ‘I am staying in London for six days’.(tijdelijk)
In het kort uitgelegd:
Je gebruikt de present continuous om:
- aan te geven dat een bepaalde actie nu aan de gang is.
woorden om dit te herkennen zijn bijv.: ‘hurry up, listen, look, right now, at the moment, …’ enz. - aan te geven dat je iets van plan bent in de (nabije) toekomst.
‘They are going to the cinema tonight’. - een tijdelijke situatie aan te geven. ‘he is reading an exciting book’.
- een emotie / irritatie aan te geven. ‘You are always leaving your shoes under the seat, put them away!’
Veel meer over de ‘ING’ vorm vind je hier!
‘Valse vrienden’ in de Engelse taal
Er zijn ook veel woorden die Nederlanders rechtstreeks vertalen naar het Engels. Ook wordt gedacht dat gebruikte woorden vaak goed zijn maar het in feite ‘valse vrienden’ zijn. We gaan je daar verschillende voorbeelden van geven.
Dit zijn woorden die een ‘soortgenoot’ in het Nederlands hebben. Ze lijken erg op elkaar maar hebben een andere betekenis of worden op een andere manier gebruikt.
We hebben er hier een aantal voor je:
‘I must check my agenda’
Je kunt beter de woorden, diary, schedule of calendar gebruiken.
‘He is making photographs of our department’.
Dit moet zijn; ‘taking’.
‘I am an accountant and I have to control the figures of our company’.
Juist is: ‘check’ i.p.v. control.
‘We speak very good English’.
‘We speak English very well’.
‘I’ve forgotten my lunch at home’.
Goed: ‘I left my lunch at home’.
‘My function is to make sure that … ‘.
‘My job is to make sure that … ‘.
‘We had a talk under four eyes’.
Moet zijn: ‘We had a talk face to face’.
Op onze Linkedin bedrijfspagina hebben we iedere week ‘The Mistake’ van de week. Voorbeelden van typische fouten die Nederlanders in het Engels maken.
Je kunt onze pagina hier volgen.
Verschillende tijden in 1 zin gebruiken
Een fout die ook vaak wordt gemaakt is dat men verleden tijd en tegenwoordige tijd in 1 zijn door elkaar gooien. Veel fouten worden in de verleden tijd gemaakt.
- Je krijgt dan zinnen als:
Fout: ‘I didn’t brought my paper’.
Goed: ‘I didn’t bring my paper’.
Fout: ‘Yesterday, I take my children to school’.
Goed: ‘Yesterday I took my children to school’.
Fout: ‘I didn’t went to work yesterday’.
Goed: ‘I didn’t go to work yesterday’.
Fout: ‘Last week we work very long hours’.
Goed: ‘Last week we worked very long hours’.
Fout: ‘I didn’t knew that’.
Goed: ‘I didn’t know that’.
Fout: ‘Did you went yesterday’?
Goed: ‘Did you go yesterday’?
Fout: ‘I didn’t went yesterday’.
Goed: ‘I didn’t go yesterday’.
Fout: ‘I didn’t saw the film’.
Goed: ‘I didn’t see the film’.
Fout: ‘I go to the supermarket yesterday’.
Goed: ‘I went to the supermarket yesterday’.
Engelse woorden die hetzelfde klinken maar een andere betekenis hebben
Het kan zijn dat je een Engels woord hoort maar er later achter komt dat iets heel anders werd bedoeld. We hebben er hier een aantal bij elkaar gezet maar je kunt ook dit lezen:
‘Confusing words’, woorden die in het Engels hetzelfde klinken maar een andere betekenis hebben.
Access/excess
You need a password to access the website.
You have to pay more for excess luggage.
Its/it’s
Why is your company changing its name.
It’s going to rain.
Principal/principle
The principal reason I want to do this is because …
This is a point of principle.
Stationary/stationery
It is easy to take a picture of something that is stationary.
Do they sell stationery at the shop across the street?
Their/there
Their house is very big.
Could you put the book over there.
Complement/compliment
A red scarf would complement your black dress.
I would like to compliment you on your good work.
Device/devise
This device is very useful.
We need to devise a plan for …
Personal/personnel
Do you mind if I ask you a personal question?
We will need more personnel in the future.
Accept/except
I would like to accept the invitation.
Everyone is welcome except John.
Currant/current
There are a lot of currants in this cake.
What is the current situation?
Schriftelijk- en mondelinge communiceren in het Engels.
Sneller en beter met deze uitgebreide tips.
101 GRATIS tips die je gelijk kunt gaan toepassen.
Nog een aantal woorden:
Coarse/course
The cloth is very coarse.
What course are you following at the moment?
Brake/break
The brakes of the car need to be repaired.
If you are not careful, you will break the glass.
Draught/draft
There is a draught because the door is open.
Could you make a draft and we can always make changes to the document later if necessary?
Foreword/forward
The book seems interesting. I have read the foreword.
We will have to move forward before it gets dark.
Buy/by/bye
I would like to buy a book.
The book is by the phone.
Goodbye. I will see you tomorrow.
Dear/deer
Dear John.
There are a lot of deer in the forest.
Die/dye
Mr. Brown died last week.
She dyed her hair blond.
Flew/flu/flue
The bird flew away.
She is in bed with the flu.
The chimney flue needs to be changed.
Flour/flowers
Flour is needed to make a cake.
How many types of flowers do you grow in your garden?
Higher/hire
I put the box on a higher shelf.
We will need to hire a car.
Hole/whole
There is a hole in the box.
On the whole I’m happy with the situation.
De woorden die hetzelfde klinken maar een andere betekenis hebben zijn gedeeltelijk uit ons E-book:
‘The Business English Survival Guide’.
Vele onderwerpen om zakelijk in het Engels te overleven.
Bekijk de referenties en de inhoud hier.
Je hebt nu de informatie om te zorgen dat jij de 4 meest gemaakte fouten in het Engels niet meer maakt.
- Bekijk ook de tips hoe je sneller de Engelse taal leert.
- Engelse woorden die vaak door elkaar worden gehaald.
- Lachen met 30 buitenlandse vertaalfouten
Wil je anderen ook informeren over dit artikel? Dat kan hieronder met de ‘share bottons’. Bedankt.